De naam Van Meir kennen we voornamelijk als uienpool pionier. Vanuit het Brabantse Steenbergen startte het twaalf jaar geleden met het afzetten van uien in poolverband. De teelt, verwerking en vermarketing van aardappelen heeft daar altijd naast bestaan. Echter, dit segment groeit door vraag vanuit de markt. Reden om een nieuw tijdperk te starten, zoals het bedrijf zelf aangeeft.
De eerste merkbare verandering binnen het bedrijf zijn de naam en huisstijl. Die verandert van Van Meir Uien BV naar Van Meir Onions & Potatoes. Daarbij horen een nieuwe huisstijl en website. Het zijn de eerste stappen van het groeiende bedrijf, legt eigenaar Leon van Meir uit. Naast het sorteren, verpakken en verhandelen van uien en aardappelen runt Van Meir in Noord-Brabant een eigen akkerbouwbedrijf en teelt hij aardappelen en uien in België. Deze bedrijfstak speelt een belangrijke rol binnen het geheel, zo wordt in het interview duidelijk.
Niet iedere teler wil zakendoen met een fritesfabriek
Volgens een bericht op jullie website gaat Van Meir een nieuw tijdperk in. Wat bedoelen jullie hier precies mee?
‘Sinds het starten van de uienpool, twaalf jaar geleden, is het bedrijf gegroeid tot een zeer professionele onderneming. De handel in poot- en consumptieaardappelen heeft altijd naast de uientak plaatsgevonden, maar neemt een steeds belangrijkere plek in. In het gehele aardappelsegment groeien we. Het gaat vooral om de exportmarkt van tafel- en fritesaardappelen, maar ook de handel in fritesaardappelen voor de binnenlandse markt, wasserijgeschikt en chipsaardappelen.’
Is het niet een lastige tijd om uit te breiden in aardappelen? Denk aan de beschikbaarheid van pootgoed, grond en de groeiende macht van de fritesfabrieken.
‘In de markt bemerken we een zeer brede vraag voor de diverse afzetkanalen. Telers zijn zoekende. Lang niet iedere aardappelteler wil zaken doen met een grote fritesfabriek. Vaak gaat het om vaste relaties die bijvoorbeeld ook bij ons zijn aangesloten voor de uien. Ons werkgebied is daarom hetzelfde. Voornamelijk Zuidwest Nederland, maar ook een stukje Limburg en België. We zijn volledig vrij in onze afzetmogelijkheden en hebben geen banden met aardappelverwerkers. Sommige melkveebedrijven stoppen dit jaar. Daarom komt extra grond voor de aardappelteelt vrij. Akkerbouwers willen die graag betelen, maar wel met een stukje zekerheid. Ze zoeken afzet en daar ligt onze rol. Zo zien we een toenemende interesse in het afland segment.’
Gaan we in de toekomst ook een aardappelpool zien bij Van Meir? Jullie hebben immers veel ervaring in de uien om op te bouwen.
‘Een vergelijkbare afzetmethode als bij de uien is voor ons niet mogelijk. De afzet is te breed en te divers. Er zijn veel verschillende rassen, die specifiek voor één doel worden geteeld, en ook de marktsegmenten zijn verschillend. Eén pool met één prijs is daarom niet mogelijk.’
Het pootgoedtekort staat bij iedere aardappelteler en verwerker hoog op de agenda. Hoe tackelen jullie dit?
‘Van oudsher vermeerderen we al pootgoed op ons eigen akkerbouwbedrijf. Ongeveer tachtig procent van de pootaardappelen telen we in eigen beheer. De rest wordt aangekocht. Uiteraard merken we dat er een pootgoedschaarste heerst maar, dit levert voor ons niet direct problemen op. Wel hebben we ons rassenpakket aangepast zodat het beter aansluit op de wensen van de klant. Het heeft geen zin een (vrij) ras te telen waar geen vraag naar is. Al tien jaar vermeerderen we pootgoed vanaf de miniknollen. Zo hebben we de consumptieteelt van uitgangsmateriaal tot het zakje voor de klant in eigen handen. Die gesloten kringloop is uniek in de aardappelwereld. Ons pootgoed is van hoge kwaliteit. Daardoor zijn de consumptieaardappelen ook vrijwel ziektevrij. Alleen zo kunnen we kwalitatief goede aardappelen exporteren.’
Een gesloten kringloop, van miniknol tot consumptie is uniek
Met de teelt van uien en (poot)aardappelen in België zijn jullie bekend. Doen jullie daar ook zaken in aardappelen en uien?
‘Op ons bedrijf in België vermeerderen we onder andere ook pootaardappelen. De omstandigheden daarvoor zijn perfect. De leemgronden in Wallonië leveren aardappelen met een prachtig blanke schil op. Dat zien we ook in Limburg. Dit product is bij uitstek geschikt voor de export. Bijvoorbeeld Agria’s voor Zwitserland, Spanje en Israël. De Belgische teeltgebieden zijn een verlengstuk voor ons bedrijf. Er is duidelijk meer interesse vanuit telers in het land naar de aardappel- en uienteelt.’
Nu de aardappelen een belangrijkere rol krijgen, wat betekent dit voor de uienpool?
‘De uienpool blijft ongewijzigd voortbestaan. De interesse van telers neemt over de hele linie nog steeds licht toe. Dat zien we ieder jaar. We hebben de laatste jaren veel aandacht besteed aan het up to date brengen van ons bedrijf. Door meer en betere begeleiding binnen het poolverband zetten we de puntjes op de i. Dat gaat vooral om beter relatiebeheer. In het verleden kwamen weleens kleine irritaties voor die uiteindelijk uitgroeide tot een probleem. Dat gaan we nu tegen en met resultaat. Verloop is er nauwelijks onder de telers. Tijdens de afgelopen wintervergadering waren ruim honderd (pool)telers aanwezig. Dat is een sterk punt van onze pool en bovendien goed voor het saamhorigheidsgevoel. Ieder jaar is er een studiereis voor telers. Dit jaar zijn we met 30 telers twee weken naar Nieuw-Zeeland geweest om daar de uienteelt te bekijken. Dat is leuk én leerzam. In het huidige (digitale) tijdperk is het gevoel van samenzijn soms ver te zoeken.’